De priorijkerk van Souvigny, oudste dochter van Cluny en necropool van de Bourbons, gesticht in 916, trok talrijke pelgrims aan, die zich kwamen bezinnen bij de graven van Sint Mayolus en Sint Odilo, abts van Cluny, begraven in de priorijkerk.
De Saint-Pierre en Saint-Paulkerk, het grootste religieuze gebouw van de Bourbonnais, in gemengde romaanse en gotische stijl, bevat heel wat troeven. Aan de buitenkant, de gebeeldhouwde gevel; aan de binnenkant, de relikwieënkast en de twee begraafkapellen uit de 14e en 15e eeuw die de graven van de hertogen van Bourbon huisvesten. Zo kan men er tijdens een bezoek kennismaken met de liggende beeldhouwwerken van Louis II van Bourbon en van Anne van Auvergne in de oude kapel, van Charles de eerste en van Agnes van Bourgogne in de nieuwe kapel, maar ook met het grafmonument van de heiligen Mayolus en Odilo in het kerkschip.
Het museum van Souvigny, in de kloostergebouwen, huisvest archeologische en religieuze verzamelingen, waarvan het pronkstuk de zuil met de dierenriem is, daterend uit de 12e eeuw. Deze romaanse zuil, waarin een voorstelling van het heelal is gebeeldhouwd, is een wereldwijd unicum!
Een wandeling in de mooie Franse tuinen, voorzien van oude planten, dringt zich op, om het bezoek aan de priorij in schoonheid te beëindigen. Hier geniet men van een mooi zicht op het complex, gevormd door de perken van de tuinen met de kerk en de kloostergebouwen.
Te midden van de bijgevoegde graslanden van Bourbonnais, een van de grote priorij van de abdij van Cluny zag een renaissance. Dit prachtige set abdij, met haar beroemde kolom van de dierenriem, heeft een operatie ondergaan "Grote Nationale Site".
Alle priorij Souvigny (XIe - vijftiende en achttiende eeuw), geeft een van de best bewaarde van de spirituele straling beelden en de artistieke pracht van de oude Cluny gemeente die meer dan 1000 had instellingen in de twaalfde eeuw. Souvigny onder hen behoorden tot de 'Vijf Dochters "van Cluny.
In 916, Aymard, luitenant van de hertog van Aquitanië, verkocht de grond aan de monniken van Cluny Souvigny. Door dit gebaar, verzekert hij de Karolingische een oude villa buitengewone lot. De monniken dan vestigde zich in de tiende eeuw, onder de bescherming van de eerste Heren van Bourbon. Rond het klooster, de afstammelingen van Aymard smeden een staat zou het hertogdom Bourbonnais geworden, op de grens van de Auvergne, Berry en Bourgondië.
De heiligheid van Mayeul en Odilon, al snel in dezelfde tombe worden voldaan, trekt vele pelgrims in Souvigny en de oudste van de priorijen van Cluny, geschonken gunst, terwijl geconfronteerd met een aanzienlijke uitbreiding.
In 1173, het Cluny priorij van Souvigny staat op de rand van de afgrond. Wanbeheer, onrechtvaardige en onrechtmatige belastingen, huren en uitstaande leningen hebben haar fondsen verspild. Onder abt van Aimeric (1183 - 1206), is de situatie gesaneerde en een terugkeer naar welvaart is de aankoop van grond, een molen ingeschakeld en het bouwen van een kapittelzaal.
Op dit moment lijkt het erop dat de koster Bernard gemaakt aan "een zeer waardevol boek met het Oude en Nieuwe Testament" (Preciosissinam historiam continentem novum Testamentum en dierenartsen). De historia heeft gedaan om Bernard is zeer waarschijnlijk de Bijbel van Souvigny, een grote Bijbel in één volume, soms "pandects" in de Middeleeuwen, van het Griekse "die alles omvat." De monumentale omvang van pandects geeft het volume een aanwezigheid, een eerbiedwaardige en plechtige karakter.
De Bourbons, voorouders van de koningen van Frankrijk, koos Souvigny als begrafenis. De veertiende en vijftiende eeuw, het klooster ondergaat dan verder transformaties, toen Louis II en Charles ik besloten om dit heiligdom hun necropolis.
De kerk van St. Peter - St. Paul, romaanse en herbouwd in de gotische periode, weerspiegelt deze prestigieuze geschiedenis: "graf van St. Mayeul" plantaardige hoofdsteden, interlacing of historiated, rouwkapellen en beeltenissen van de hertogen van Bourbon...
De gevel van de romaanse gebouw, dat alleen de linker deur blijft, sinds de vijftiende eeuw werd voorafgegaan door een lichaam doorboord met een portaal en een flamboyante brede baai. In het midden van de gevel, de drie romaanse baaien behoorde tot het oorspronkelijke gebouw ingewijd in 1604. De noordkant kan de stappen van het kerkgebouw te volgen: de torens, de tweede gangpad en de ambulante in de twaalfde eeuw Het bovenste deel van het schip en transepten in de vijftiende eeuw.
Het interieur verrast door zijn omvang: 87 meter 28. De dubbele gangpaden rondom het schip, transept dubbel onderstreept de invloed van Cluny. De eerste gangpaden, opgegroeid in de elfde eeuw, zijn erg smal en gewelfde vat, terwijl de tweede, achterste randen en zijn gewelfde kernkoppen.
Inside, kan men het graf van St. Mayeul ontdekken, de hoofdstad van de munt monniken herinnerend aan de oude privilege van de priorij om munt te slaan, een fragment valt uit de dertiende eeuw bisschop, bas-reliëf van de Onbevlekte Ontvangenis, stenen relikwieën kasten vijftiende eeuw gesloten door vier houten luiken versierd met schilderijen gewijd aan het leven van St. Odilon en Mayeul.
